Geschiedenis van de westerse Opera

In Florence, eind 17e eeuw, kwamen vooraanstaande intellectuelen bij elkaar in de ‘Camerata Fiorentina’ om met elkaar van gedachten te wisselen over hoe de muziek in de oudheid zou hebben geklonken. Op hun zoektocht kwamen ze bij het antieke Griekse theater en maakten vervolgens een vergissing door ervan uit te gaan dat de gehele Griekse tragedie werd gezongen. De dramatische kunstvorm die daaruit ontstond was de ‘opera in musica’ en sindsdien heeft dit genre een geheel eigen plaats ingenomen in de westerse muziekwereld. In deze cursus gaan we nader in op de verschillende elementen waaruit de opera is opgebouwd en op de ontwikkeling die zij sindsdien heeft doorgemaakt.

Aspecten die o.a. behandeld worden:

  • Ingrediënten waaruit de opera is opgebouwd: commedia dell’arte,intermedi, carnavalsmuziek, concerti delle donne;
  • Rol van regisseur, vormgever, librettist en de relatie van opera met andere kunst-vormen (schilderkunst, ballet);
  • Kenmerken van de Franse, Italiaanse, Engelse, Duitse en Russische opera;
  • Operaoorlog in Parijs midden 18e eeuw en de rol van Rousseau en Gluck;
  • Belcanto;
  • Oriëntalisme;
  • Verisme (o.a. Bizet, Mascagni, Puccini);
  • Opera als ‘Gesamtkunstwerk’ (Wagner)

Danielle de Niese in ‘Giulio Cesare’ – Händel

Aan de hand van relevante muziek- en beeldfragmenten uit belangrijke opera’s worden genoemde aspecten in een breed perspectief behandeld. Voor zover mogelijk wordt bij de behandeling van specifieke opera’s rekening gehouden met het actuele operaprogramma van bioscopen of theaters. De operacursus bestaat uit twee delen. Het eerste deel behandelt in 16 lessen de periode t/m eerste helft 19e eeuw. Het tweede deel pakt de draad op en behandelt in 16 lessen de periode vanaf midden 19e eeuw tot heden.

Norma’ – Bellini. Regie: Robert Wilson